Jaren geleden, toen we net in Nederland waren aangekomen, leerde ik fietsen met de hulp van mijn man en mijn dochter. In die tijd woonden we in Vlaardingen. Met mooi weer gingen we met z'n tweeën of z'n drieën fietsen.
Op een dag besloten we in de richting van Maassluis te gaan fietsen. Het is een mooie, groene weg, die door het bos loopt. Het was een mooie dag, we waren vrolijk, we praatten met elkaar. We namen een kleine weg.
De weg ging eerst omhoog daarna omlaag, richting Maassluis. Ik wist niet dat ik niet hoefde te trappen als de weg naar beneden gaat. Ik ging steeds sneller naar beneden. Op een moment, kon ik mijn fiets niet meer controleren. Ik ging heel snel naar beneden, ik botste tegen een lantarenpaal en viel op de stoep. Mijn elleboog deed heel erg pijn. Een aantal auto's stopten. Een man bracht ons naar het ziekenhuis. Een aardige vrouw zei tegen mijn man: "ik kan jullie fietsen naar mijn huis brengen". Ze gaf het adres van haar huis aan mijn man.
De dokter deed mijn hand in een verband en bond hem met een mitella aan mijn schouder. Hij zei dat ik 6 maanden naar fysiotherapie moest gaan.
In de praktijk van de fysiotherapeute, maakte ik kennis met een aardige vrouw, Annie. Elke dag zaten Annie en ik in de wachtkamer en we praatten over verschillende zaken. Annie en ik werden goede vriendinnen van elkaar. We gingen naar Annie's huis om koffie te drinken. Zij en haar man kwamen ook bij ons thuis. Soms ontmoette ik Annie in de bus. Dan ging ik naast haar zitten om te praten. Annie stelde ons aan haar familie voor. We hebben kennis gemaakt met haar familie. Ze zijn allemaal aardige mensen.
Een paar jaar later zijn we naar Rijswijk verhuisd maar we hebben nog steeds contact met elkaar. Annie heeft mij veel over de Nederlandse cultuur verteld.
Ja, ik heb een geluk bij een ongeluk gekregen.
Op een dag besloten we in de richting van Maassluis te gaan fietsen. Het is een mooie, groene weg, die door het bos loopt. Het was een mooie dag, we waren vrolijk, we praatten met elkaar. We namen een kleine weg.
De weg ging eerst omhoog daarna omlaag, richting Maassluis. Ik wist niet dat ik niet hoefde te trappen als de weg naar beneden gaat. Ik ging steeds sneller naar beneden. Op een moment, kon ik mijn fiets niet meer controleren. Ik ging heel snel naar beneden, ik botste tegen een lantarenpaal en viel op de stoep. Mijn elleboog deed heel erg pijn. Een aantal auto's stopten. Een man bracht ons naar het ziekenhuis. Een aardige vrouw zei tegen mijn man: "ik kan jullie fietsen naar mijn huis brengen". Ze gaf het adres van haar huis aan mijn man.
De dokter deed mijn hand in een verband en bond hem met een mitella aan mijn schouder. Hij zei dat ik 6 maanden naar fysiotherapie moest gaan.
In de praktijk van de fysiotherapeute, maakte ik kennis met een aardige vrouw, Annie. Elke dag zaten Annie en ik in de wachtkamer en we praatten over verschillende zaken. Annie en ik werden goede vriendinnen van elkaar. We gingen naar Annie's huis om koffie te drinken. Zij en haar man kwamen ook bij ons thuis. Soms ontmoette ik Annie in de bus. Dan ging ik naast haar zitten om te praten. Annie stelde ons aan haar familie voor. We hebben kennis gemaakt met haar familie. Ze zijn allemaal aardige mensen.
Een paar jaar later zijn we naar Rijswijk verhuisd maar we hebben nog steeds contact met elkaar. Annie heeft mij veel over de Nederlandse cultuur verteld.
Ja, ik heb een geluk bij een ongeluk gekregen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten