Even voorstellen

Zoals vorige week, begon onze les met een stukje muziek. De docent liet daarna een paar voorwerpen zien en vroeg ons of we de namen van de voorwerpen kenden.
 Van sommige dingen wisten we de namen niet. We vroegen aan de docent: "Wilt u, a.u.b. de naam van deze dingen op het bord schrijven?" Het waren woorden zoals verlengen, stekker, camera, cassetterecorder. Toen moesten we ons nog een keer een voor een ons voorstellen. Later luisterden we naar een cassettebandje; het was een oefening over manieren van praten. We leerden hoe je op verschillende manieren kan begroeten: haai! goede morgen, hoe gaat het? hoi, goede middag, hoe is het met je?
dag meneer, dag mevrouw, hallo! ha! dag, e.z.v.

In de pauze gingen we 10 minuten wandelen. Na de pauze gingen we een rollenspel spelen. Er waren o.a. een dader met zijn moeder, een slachtoffer, twee politieagenten, een buurvrouw. Iedereen in de groep had een rol maar eerst hebben we een aantal woorden in onze schriften geschreven: slachtoffer, dader, handtas, politieagent, aangifte doen.
Tenslotte vroeg de docent wanneer we erg boos konden worden. Enkele cursisten hebben daarover verteld. De ene zei: "toen ik met iemand had gevochten". Een andere zei: "toen iemand tegen mij had gelogen" of "toen mijn kinderen heel druk waren".