Vandaag was de laatste les van het jaar 2010. De les begon met praten; onze docent stelde ons een aantal vragen zoals: hoe lang zijn jullie? – Wat is belangrijk voor jullie? – Wat doen jullie als je moeder ziek is en wilt zelfstandig blijven wonen en zeker niet naar een verzorgingstehuis wil? – Hij probeerde ons het goede antwoord te laten geven. Daarna speelden we een rollenspel. Een vrouw heeft twee kinderen en een klein kind. Haar kinderen wonen in een andere stad, daardoor kunnen de kinderen niet regelmatig bij hun moeder op bezoek gaan. Soms komt een buurvrouw om met de moeder te praten en om te helpen. De vrouw denkt altijd aan haar kinderen en ze herinnert zich de tijd van vroeger. De zoon en de dochter komen na drie maanden bij hun moeder op bezoek, samen met het kleinkind. Ze willen dat hun moeder/oma naar een verzorgingshuis gaat maar dat wil ze helemaal niet. De kinderen praten uren lang met hun moeder over de nadelen van alleen thuis te wonen en de voordelen van het leven in een verzorgingshuis. Ze geven veel tips aan de moeder. Eindelijk beslist de moeder om naar een verzorgingshuis te verhuizen. De woorden waren, b.v.: burgemeester, bedoeling, schaduw, ziektekosten, verzekering, oorzaken, gevolg, vriendelijk, loyaliteit, geschiedenis, geografie, principe, waarheid, inburgering, consequentie, badjuffrouw
Mevrouw Renee kwam vandaag de klas binnen. Ze is coach Taal & Integratie. Ze vertelde ons dat onze docent op deze dag niet kon komen omdat hij een afspraak had. Daarom ging ze zelf les geven. Dat gold niet alleen voor onze klas maar ook voor de andere klas. Ik heb vaker meegemaakt dat meerdere klassen geen docent hadden. Dan gaf ze les aan al die klassen. De les begon met zinnen nazeggen: de docent leest een zin en de cursisten moeten de zinnen precies nazeggen. B.v. "vergeet je huiswerk niet" - "het is opgehouden met regenen" - "ik ben er niet ongeïnteresseerd" - "mijn ouders zijn gelukkig met elkaar" – "hij lijdt aan een ernstige ziekte". Sommigen van ons hadden deze soort oefeningen tijdens de inburgeringscursus gedaan. Sommige zinnen waren moeilijk en we moesten nog een keer luisteren en herhalen. Daarna moesten we naar een woord luisteren en het tegengesteld zeggen. B.v. bot, scherp/vriendelijk - slim/dom - open/dicht - brengen/halen - sterkte/zwakte - ochtend/avond - pro/contra - helder/troebel, bewolt - vals/eerlijk - moe/uitgerust, fit In het laatste deel van de les vertelde Renee dat op vrijdag 17 december kaartspelletjes zouden worden georganiseerd en dat 's middags tussen 14.00 en 19.00 uur we met een kraampje op de kerstmarkt van Westhof zouden staan. "We willen kerstkaarten verkopen", legde Renee uit, "jullie mogen even langs komen om te helpen of gewoon komen kijken, praten, en voor de gezelligheid". Tenslotte hebben we een rollenspel gespeeld. Renee had een stapel kerstkaarten en enveloppen op de tafel gelegd en stortte wisselgeld in een bakje. Klanten konden kaarten kopen: 1 kerstkaart voor 0,50 euro, 3 voor 1 euro, 20 voor 5 euro, enveloppen voor 5 cent per stuk. We hebben twee aan twee gespeeld, elke keer een koper tegenover een verkoper. Het was heel leerzaam en gezellig. Intussen konden we met elkaar praten en lachen en we hebben nog iets geleerd.
Het was koud vandaag, daardoor was het niet zo druk in de klas; er waren een aantal cursisten afwezig. De docent had zoals vorige weken een Cd in de Cd-speler gedaan en hij draaide mooie muziek. We zaten achter de tafels en een van mijn medecursisten vertelde ons dat ze voor de inburgeringexamen was geslaagd. Het was goed nieuws voor ons en we feliciteerden haar. Onze docent vroeg haar hoe en op welke manier ze de bewijzen had verzameld. Dat had ze op verschillende manieren gedaan. Bijvoorbeeld : ze had met haar buurvrouw gepraat, een rekening bij een bank geopend, een kaartje gestuurd aan een familielid die een baby had gekregen, ze had informatie over verschillende soorten verzekeringen gevraagd en veel andere dingen geregeld. Vervolgens vroegen we aan onze docent wat hij vorige week had gedaan. Hij vertelde: "k had vorige week een sollicitatiebrief geschreven en ik een uitnodiging voor het eerste gesprek gekregen. Ik heb al een gespreek gehad, en het tweede gespreek is volgende week woensdag." We wensten hem veel succes. Hij zei ook nog: "in het weekend kwam mijn zoon bij mij op bezoek. we hebben met elkaar een lekkere maltijd gegeten, het was een gezellige dag voor ons. We waren blij met het goede nieuws en hebben verder van de les genoten.
Ik was vandaag niet in mijn eigen groep maar ik draaide met een andere groep mee. De groep bestond uit ongeveer 12 personen die op VluchtelingenWerk als docent of maatje werken onder de leiding van een docent van ROC Mondriaan. We hebben geleerd hoe we spelletjes kunnen gebruiken om een woord op verschillende manieren te leren. Het was goed om na te denken, om te oefenen en voor mij om mijn kennis van de Nederlandse taal te verbeteren.
Voordat ik naar huis ging. ben ik even naar mijn eigen lokaal gegaan om mijn medecursisten en mijn docent te groeten. Ik zag een paar nieuwe gezichten in mijn groep. Daar was ik blij om. Volgende week zal ik kennis met hen maken.
We waren vandaag met z'n vieren in de klas: onze docent en drie cursisten. Aan het begin had onze docent een CD gezet en we luisterden naar de muziek. Daarna gingen we ongewone gesprekjes oefenen: we liepen met z'n tweeën een beetje rond in de klas en leerden hoe twee mensen naast elkaar kunnen lopen. Daarna moesten we praten over iets maar heel anders dan gewone gesprekjes. Dat betekent dat iemand iets aan iemand anders vraagt en dat de persoon een ongepast antwoord geeft, bijvoorbeeld: hoe gaat het? / Ik heb geen kinderen - Hoe oud is je dochter? / Ik ga fietsen - Woon je in Rijswijk? / Ik heb drie kinderen. Na deze oefening begonnen we met een spelletje. We moesten over vroeger en het heden iets aan elkaar vertellen. Het waren leerzame oefeningen.
We waren vandaag met z'n drieen in de klas (mijn docent, een van mijn medecursisten en ik). De andere medecursisten waren, misschien door het slechte weer, niet gekomen. De docent zei: "We gaan vandaag een spelletje doen" en hij haalde een aantal spullen uit de doos. Er waren in de doos een rond blijke met gekleurde glazen stenen, twee stapels leerzame spelkaarten en een aantal dobbelstenen. De naam van het spel is Grenzeloos spel. De docent vertelde ons hoe we moesten spelen. We gingen spelen en toen kwam mevrouw Renee de klas binnen. Ze is coach Taal & Integratie, heel actief, creatief en een bekende persoon binnen VluchtelingenWerk Rijswijk en in het wijkcentrum Stervoorde. Ze zei dat een aantal cursisten zich ziek hadden gemeld en dat een cursiste misschien later zou komen. "Jullie kunnen beter nog even wachten omdat ze meestal te laat komt" zei ze. Onze docent vond dat we tijd hadden voor een rollenspel: Een klant komt bij de groenteman/vrouw. We hadden de rollen tussen ons drieen verdeeld. We leerde de goede regels in een gesprek om iets te kopen of te verkopen. Goede middag mevrouw of meneer. Wat kan ik voor u doen? - Heeft u voor mij 2 kilo uien? / Natuurlijk - Hoe duur is de bloemkool? - Heeft u spinazie? / Ja zeker - Hoe duur is dat? / 2 euro per kilo - Mag het 2,20 euro zijn? / Dat is goed - Anders nog iets? / Verder heb ik niets nodig - Hoeveel moet ik betalen? enzovoort… Zo hebben we geleerd hoe en op welke manier we iets kunnen kopen en wat we dan moeten zeggen. Dit rollenspel duurde bijna een uur maar mijn medecursiste kwam niet. Dus daarna speelden we met het spel. "Grenzenloos Spel" is een leuk spel en het was nieuw voor ons. We hebben over het heden en het verleden en over onze eigen wensen gepraat. We moesten een kwartier eerder naar huis omdat onze docent een afspraak had.
De les begon iets anders dan gewoonlijk. Mijn docent kwam de klas binnen. Hij haalde een camera uit zijn tas en geholpen door een cursist, maakte hij verbinding met de TV. Wij moesten ons een voor een voorstellen. We moesten goed opletten want hij ging een filmpje opnemen. Deze oefening was heel interessant voor de hele groep. Aan het einde vroeg de docent ons zelf te bepalen wat ons taalniveau was en welk niveau wij wilden halen. Elke cursist gaf zijn eigen mening.Daarna haalde de docent een krant uit zijn tas. Hij wees een aantal titels van de krant aan en we moesten de titels goed lezen. B.v. religie domineert de verkiezingen - verzet tegen macht van Beatrix groeit - ze is een genie maar ze is niet aardig - dit is de mooiste tijd van mijn leven. Daarna ging de groep naar buiten maar ik bleef binnen omdat ik last van mijn knie had. Ik ging kijken naar de andere klas, naar de vrouwengroep. In de vrouwenklas was er een vriendelijke sfeer. de vrouwen zaten aan tafels. Ze waren bezig met tekeningen. Ze kleurden tekeningen in met kleurpotloden. De tekeningen waren heel mooi. Deze tekeningen noemt men MANDALA. In een hoekje zat een aardige docente met een mooi meisje van 3 of 4 jaar. Het meisje probeerde verschillende gekleurde papiertjes op een A3 blad met lijm te plakken.
Toen de pauze afgelopen was, ging ik terug naar mijn eigen klas en we keken naar het filmpje dat de docent van onze groep had gemaakt. De docent en de cursisten moesten kritisch naar het filmpje kijken en hun mening geven.
Zoals vorige week, begon onze les met een stukje muziek. De docent liet daarna een paar voorwerpen zien en vroeg ons of we de namen van de voorwerpen kenden. Van sommige dingen wisten we de namen niet. We vroegen aan de docent: "Wilt u, a.u.b. de naam van deze dingen op het bord schrijven?" Het waren woorden zoals verlengen, stekker, camera, cassetterecorder. Toen moesten we ons nog een keer een voor een ons voorstellen. Later luisterden we naar een cassettebandje; het was een oefening over manieren van praten. We leerden hoe je op verschillende manieren kan begroeten: haai! goede morgen, hoe gaat het? hoi, goede middag, hoe is het met je? dag meneer, dag mevrouw, hallo! ha! dag, e.z.v.
In de pauze gingen we 10 minuten wandelen. Na de pauze gingen we een rollenspel spelen. Er waren o.a. een dader met zijn moeder, een slachtoffer, twee politieagenten, een buurvrouw. Iedereen in de groep had een rol maar eerst hebben we een aantal woorden in onze schriften geschreven: slachtoffer, dader, handtas, politieagent, aangifte doen. Tenslotte vroeg de docent wanneer we erg boos konden worden. Enkele cursisten hebben daarover verteld. De ene zei: "toen ik met iemand had gevochten". Een andere zei: "toen iemand tegen mij had gelogen" of "toen mijn kinderen heel druk waren".
Daarna stelde we ons naar de groep voor. We mochten iets verzinnen want het was als oefening bedoeld. We leerden een aantal woorden en met die woorden maakten we verschillende zinnen. Na deze oefening zijn we met onze docent en de hele groep naar buiten gegaan voor een kleine wandeling. Daarna kwamen we terug naar het lokaal en gingen een rollenspel spelen. De docent had twee situaties voorgesteld. - een klant komt in een beddenwinkel - op kraambezoek Aan het einde van de les werden we in twee groepen verdeeld. Een groep moest de naam van een ding bedenken. De andere groep moest vijf vragen stellen en proberen het juiste antwoord te vinden.
rollenspel: in een beddenwinkel Een man en een vrouw zijn op zoek naar een goede bed. Ze gaan praten met de de verkoper over het bed. Plotseling komen een man en een vrouw binnen. Ze zijn heel boos. Waarschijnlijk hebben ze een klacht: een week geleden hebben ze een bed in deze winkel gekocht maar het bed was binnen een paar dagen kapot gegaan. Deze mansen horen de verkoper met nieuwe klant praten. Hij prijst het bed: "dit bed is van uitstekent materiaal gemaakt, zo'n goede bed vindt u nergens anders. Het bed heeft 10 jaar garantie", e.z.v. Na een tijdje verliezen de teleurgestelde klanten hun geduld. Ze vertellen hun verhaal over het bed en vragen hun geld terug. De nieuwe klanten horen het verhaal. Ze kopen het bed niet en verlaten de winkel.
op kraambezoek Vorige week werd ik door mijn buurvrouw uitgenodigd omdat ze een baby had gekregen. Ik ging eerst een cadeau voor de baby kopen , daarna ging ik naar het huis van mijn buurvrouw. Daar heerst een vriendelijke sfeer; de aardige moeder van Annie en haar man en een vriendin van Annie waren er. We waren allemaal blij en praatten over de baby: "Wat en mooie baby", "Wat in de naam van de baby", "Wat een mooie gezicht heeft het kindje! Vinden jullie niet?" Intussen zie ik mijn buurman. Hij kijkt alleen televisi en af en toe kjikt hij naar de gasten. "Kunnen jllie rustig blijven? Ik wil mijn vaforite film kunnen zien. Deze film vid ik erg interessant."De situatsi was echt vreem voor mij. Toen hoorde ik geluid van de bel. Mijn buurvrouw deed de duur open. Het was de ex-vriend van Annie. Hij heet Jan. Jan kwam binnen en begon met Annie te praten. Poletseling werd mijn buurman een beetje jaloers. Hij zette de televisi uit en ging naar Jan, heete hem welkom en vroeg hem wat wilde driken: "thee, koffie, bier of iets anders?"
Hello allemaal! Op donderdag 30 september hadden we een opdracht van onze docent gekregen: we moesten opschrijven hoeveel keer we de woorden "mooi", "leuk", "prachtig" gehoord. Vrijdag 1 oktober 2010 in TV programma Pop Star: Dat heb ik van de jury gehoord: "Wat leuk!", "ik vind hem leuk", ik vind het ontzettend leuk dat je hier bent", jouw stem is mooi genoeg", "ik vind het allemaal mooi zo". Zaterdag 2 oktober in C&A: "Mooie oorbellen, hoor!", "Vind je deze oorbellen mooi, mama?" Op zondag 3 oktober gingen mijn man en ik wandelen. "Wat een mooie huizen, ze zijn met verschillende kleuren, prachtig!!", "Kijk, de kleur van de auto is erg mooi", "ik heb zo'n mooi kanaal nooit gezien".
Maandag 4 oktober: Vandaag heb ik de woorden "mooi", "leuk" en "prachtig" niet gehoord. Dinsdag 5 oktober: Ik hoorde het van mijn docent die zei: "Jullie zijn een leuke groep". Woensdag 6 oktober zei mijn man: "Ik heb vanmiddag een prachtige film gezien". Dus heb ik in een week tijd 7 keer het woord "mooi" gehoord, 4 keer het woord "leuk" en 2 keer het woord "prachtig" gehoord.
Vandaag was de eerste dag dat ik in de groep kwam. De groep bestond uit ongeveer 7 cursisten. Eerst maakten we kennis met elkaar en met de docent. Daarna begon de les. De docent zei dat we, tijdens deze les, uitleg over communicatie zouden krijgen want, zei hij, communicatie is belangrijk. Daarvoor heeft hij een aantal punten op het bord geschreven. communicatie = zenden – ontvangen 55% = lichaamstaal 37% = stem 8% = woorden Toen hebben we geoefend door een Antal zinnen uit te spreken zoals: ik vind koken leuk; ik houd van fietsen maar ik heb er een hekel aan als het regent. Na deze oefening moesten we negatieve en positieve woorden nazeggen. Negatieve woorden zijn B.v. vervelend, oorlog, ziekten, angst, verdrietig, fraude, slachtoffers, dreigen, ongeluk, ramp, misverstand, afschuwelijk, pijn, racisme, lelijk, ruzie. Positieve woorden zijn B.v. leuk, mooi, gefeliciteerd, genieten, vrolijk, prachtig, gezellig, prima, gezond, blij. Tenslotte werd de groep in twee groepen verdeeld. Elke groep moest twee woorden bedenken. De andere groep moest vragen stellen en proberen het juiste antwoord erop te vinden. Als huiswerk kregen we het volgende opdracht: hoeveel keer hebben jullie deze week woorden als "mooi", "leuk" of "prachtig" gehoord.
